5. Les États membres peuvent exiger que la demande au titre du présent article du chercheur ou de l'étudiant et, le cas échéant, des membres de la famille du chercheur soit introduite au moins trente jours avant l'expiration de l'autorisation délivrée en application de l'article 17 ou 26.
5. De lidstaten kunnen eisen dat de aanvraag krachtens dit artikel van onderzoekers of studenten, en, in voorkomend geval, van de gezinsleden van onderzoekers ten minste 30 dagen voor het einde van de geldigheid van de in krachtens artikel 17 of 26 verleende vergunningen worden ingediend.