Afin que les chercheurs puissent passer facilement d'un organisme de recherche à un autre à des fins de recherche, la mobilité de courte durée dont ils bénéficient devrait couvrir des séjours dans des deuxièmes États membres d'une durée maximale de 180 jours sur toute période de 360 jours par État membre.
Om het voor onderzoekers mogelijk te maken gemakkelijk van de ene naar de andere onderzoeksinstelling over te gaan voor hun onderzoeksactiviteiten, dient onder kortetermijnmobiliteit te worden verstaan elk verblijf in tweede lidstaten voor een periode, per lidstaat, van hoogstens 180 dagen in elke periode van 360 dagen.