En ce qui concerne les valeurs fondamentales de l'Union et la question des droits de l'homme en particulier, Mme Matz constate que les trois grands États-membres, la France, l'Allemagne et le Royaume-Uni, s'empressent de préserver leurs intérêts économiques (notamment avec la Chine) et laissent à l'Union le soin de défendre ces valeurs fondamentales.
Wat de fundamentele waarden van de Unie betreft, en de kwestie van de mensenrechten in het bijzonder, stelt mevrouw Matz vast dat de drie groten lidstaten, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, zich haasten om hun economische belangen veilig te stellen (o.a met China), terwijl het aan de Unie wordt overgelaten om deze fundamentele waarden te verdedigen.