Art. 35. § 1 . Le prélèvement d'échantillons d'urine a lieu selon la procédure suivante : 1° le sportif choisit un récipient cacheté parmi un lot de tels récipients, l'ouvre, vérifie qu'il est vide et propre, et le remplit d'au moins quatre-vingt-dix millilitres d'urine sous la surveillance visuelle d'un membre de l'équipe de contrôle de dopage, qui est du même sexe ; 2° le sportif choisit un kit d'analyse parmi un lot de kits cachetés, qui comprennent deux flacons portant le même numéro de code, suivi de la lettre « A » pour le premier flacon, et de la lettre « B » pour le deuxième flacon.
Art. 35. § 1. De afname van urinemonsters verloopt volgens de volgende procedure: 1° de sporter kiest een verzegelde opvangbeker uit een groep van dergelijke bekers, opent die, vergewist zich ervan dat hij leeg en proper is, en vult hem met minstens negentig milliliter urine onder het visuele toezicht van een lid van het dopingcontroleteam, dat van hetzelfde geslacht is; 2° de sporter kiest een analysekit uit een groep verzegelde kits, die bestaat uit twee flesjes met hetzelfde codenummer, gevolgd door de letter " A" voor het eerste flesje, en de letter " B" , voor het tweede flesje.