les questions préjudicielles relatives à l'article 3, alinéa 3, de la loi du 14 juillet 1961 en vue d'assurer les dégâts causés par le gros gibier et à l'article 7bis de la loi du 28 février 1882 sur la chasse, posées par le Tribunal de première instance de Neufchâteau, le Juge de paix du premier canton de Huy, le Juge de paix du canton de Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul et le Juge de paix du canton de Vielsalm-La Roche-en-Ardenne-Houffalize (numéros du rôle 4475 et 4476, joints aux numéros 4437, 4438 et 4462) ;
de prejudiciële vragen over artikel 3, derde lid, van de wet van 14 juli 1961 tot regeling van het herstel der door grof wild aangerichte schade en artikel 7bis van de wet van 28 februari 1882 van de jacht, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Neufchâteau, de Vrederechter van het eerste kanton Hoei, de Vrederechter van het kanton van Saint-Hubert-Bouillon-Paliseul en de Vrederechter van het kanton Vielsalm-La Roche-en-Ardenne-Houffalize (rolnummers 4475 en 4476 toegevoegd aan de nummers 4437, 4438 en 4462);