Art. 3. § 1. Toutes les chèvres du troupeau doivent être identifiées et inventoriées conformément aux dispositions de l'arrêté royal du 2 juillet 1996, relatif à l'identification et à l'enregistrement des ovins, des caprins et des cervidés, modifié par l'arrêté royal du 14 octobre 1996.
Art. 3. § 1. Alle geiten van het beslag moeten geïdentificeerd en geïnventariseerd zijn overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 2 juli 1996 betreffende de identificatie en de registratie van schapen, geiten en hertachtigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 1996.