1. Les États membres veillent à ce que les enquêtes épidémiologiques relatives aux foyers de fièvre aphteuse soient effectuées par des vétérinaires ayant reçu une formation spéciale, au moyen de questionnaires élaborés dans le cadre des plans d'intervention visés à l'article 72, afin de garantir le caractère normalisé, rapide et ciblé de ces enquêtes.
1. De lidstaten zien erop toe dat het epizoötiologisch onderzoek in verband met een uitbraak van mond- en klauwzeer door speciaal opgeleide dierenartsen wordt uitgevoerd op basis van vragenlijsten die zijn opgesteld in het kader van de rampenplannen als bedoeld in artikel 72, om te garanderen dat het onderzoek doelgericht en volgens een standaardprocedure verloopt en vlot wordt afgewikkeld.