L'article 6, 1°, 2° et 3° en projet modifient respectivement l'article 118, § 1, 3°, 4°, 5° et 6°, de l'AR/CIR 92, pour que les titres au porteur visés dans ces dispositions qui ont été convertis en titres dématérialisés puissent continuer à remplir les conditions pour la renonciation totale à la perception du précompte mobilier et par laquelle le bénéfice de la renonciation à la perception du précompte mobilier est également étendu aux titres dématérialisés des nouvelles émissions.
Artikel 6, 1°, 2° en 3° in ontwerp wijzigen respectievelijk artikel 118, § 1, 3°, 4°, 5° en 6°, van het KB/WIB 92, opdat de in die bepalingen bedoelde effecten aan toonder die werden omgezet in gedematerialiseerde effecten verder geacht zouden worden aan de voorwaarden te voldoen voor de volledige verzaking aan de inning van de roerende voorheffing en waarbij het voordeel van de verzaking aan de inning van de roerende voorheffing ook wordt uitgebreid tot gedematerialiseerde effecten bij nieuwe uitgiftes.