Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution de l'article 62, alinéa 8, en cause, en ce qu'il créerait une discrimination entre les contrevenants qui sont titulaires en personne physique d'une plaque d'immatriculation et les contrevenants qui circulent au volant d'un véhicule immatriculé au nom d'une personne morale.
De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het in het geding zijnde artikel 62, achtste lid, in zoverre het een discriminatie zou doen ontstaan tussen de overtreders die als natuurlijke persoon houder zijn van een nummerplaat en de overtreders die rijden met een voertuig dat op naam van een rechtspersoon is ingeschreven.