8. observe que, actuellement,
l’acquisition de la citoyenneté européenne et des droits qu
i lui sont attachés dépend de l’acquisition de la nationalité d’un des États membres; note que les disparités très importantes entre les dispositions régissant l’accès à la nationalité dans les États membres peuvent constituer une source de discrimination entre les résidents ressortissants de pays tiers ou apatrides selon leur État membre de résidence; tout en respectant la compétence des États membres dans ce domaine, considère donc souhaitable
...[+++] de progresser dans le sens d’une coordination accrue concernant les critères généraux et les procédures d'acquisition de la nationalité afin de garantir une plus grande équité dans l’accès à la citoyenneté européenne ; estime également souhaitable la mise en place de mesures visant à assurer une meilleure diffusion de l´information relative aux différentes réglementations nationales; 8. merkt op dat de
verwerving van het Europese burgerschap en de rechten die hieraan zijn verbonden momenteel afhankelijk is van het verkrijgen van de nationaliteit van een van de lidstaten; wijst erop dat de aanzienlijke verschillen tussen de bepalingen inzake toegang tot de nationaliteit in de lidstaten een bron van discriminatie kunnen zijn tussen onderdanen van derde landen of statelozen, afhankelijk van de lidstaat waar zij wonen; acht het daarom wenselijk, zonder de bevoegdheid van de lidstaten op dit gebied te willen aantasten, dat inspanningen worden geleverd in de zin van een betere coördinatie van de algemene criteria en proc
...[+++]edures voor het verkrijgen van de nationaliteit, teneinde gelijkere toegang tot het burgerschap van de Unie te verzekeren; acht het tevens wenselijk dat wordt voorzien in maatregelen die gericht zijn op een betere verspreiding van informatie met betrekking tot de diverse nationale regelingen;