8. rappelle au Conseil que la croissance économique est une condition préalable au bien-être mais non le bien-être lui-même et qu'il convient donc d'accorder une plus grande attention à une croissance qualitative, durable et inclusive, à laquelle chaque citoyen devrait pouvoir contribuer et dont chaque citoyen devrait pouvoir bénéficier, notamment les groupes pauvres et marginalisés;
8. herinnert de Raad eraan dat economische groei een noodzakelijke voorwaarde is voor welzijn, doch niet gelijk staat aan welzijn, en dat er daarom in toenemende mate nadruk moet worden gelegd op kwalitatieve, duurzame en inclusieve groei, waaraan alle burgers, met inbegrip van arme en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen, moeten kunnen bijdragen en waarvan zij de vruchten moeten kunnen plukken;