Le juge d'instruction peut décider, soit d'office, soit sur réquisition du ministère public, soit sur requête de l'inculpé ou de la partie civile, de procéder à des perquisitions, s'il existe des indices suffisants que ces mesures permettront d'acquérir la preuve de la culpabilité d'un inculpé ou d'une personne suspectée d'avoir commis une infraction.
De onderzoeksrechter kan ambtshalve, op vordering van het openbaar ministerie, of op verzoek van de inverdenkinggestelde of van de burgerlijke partij, beslissen een huiszoeking te verrichten, indien er voldoende aanwijzingen bestaan dat deze maatregelen de mogelijkheid bieden het bewijs van schuld vast te stellen van een inverdenkinggestelde of van een persoon die ervan wordt verdacht een misdrijf te hebben gepleegd.