L
'on peut certes admettre que le caractère propre d'une assurance-vie dite « classique » (souscrite par un époux au profit de l'autre et dont les primes sont payées par la communauté) dans le chef du bénéficiaire se justifie par l'intention manifeste d'un époux de gratifier
l'autre; mais l'on doit considérer, comme De Page et Laloux le firent, que l'assurance contractée par un époux pour lui-même et acquise à l'aide des deniers communs tombe en communauté, fût-ce parce que ladite assurance contractée au cours du mariage par l'un des
...[+++]époux fait naître à son profit une créance mobilière, qui tombe en communauté en vertu de l'article 1401, 1°, du Code civil quelle que soit la date de son échéance.Er kan weliswaar worden aangenomen dat het eigen karakter van een zogeheten « klassieke » levensverzekering (waarop een echtgenoot heeft ingeschreven
ten voordele van de andere echtgenoot en waarvan de premies door de gemeenschap werden betaald) ten aanzien van de begunstigde verantwoord is door de klaarblijkelijke bedoeling van een echtgenoot de andere echtgenoot te begunstigen; maar men moet ervan uitgaan, zoals De Page en Laloux dat hebben gedaan, dat de verzekering die door een echtgenoot voor zichzelf is afgesloten en met gemeenschappelijke gelden is verworven, in de gemeenschap valt, al was het maar omdat die verzekering, die in d
...[+++]e loop van het huwelijk door één van de echtgenoten te zijnen gunste is afgesloten, een roerende schuldvordering doet ontstaan, die krachtens artikel 1401, 1°, van het Burgerlijk Wetboek in de gemeenschap valt, ongeacht de datum van het vervallen ervan.