4. À la suite de l'adoption le 16 décembre 1966 par les Nations unies du Pacte international relatif aux droits civils et politiques et du Pacte international relatif aux droits économiques, sociaux et culturels, le Comité des ministres du Conseil de l'Europe a demandé au Comité d'experts en matière de droits de l'homme, en octobre 1967, d'étudier les problèmes pouvant découler de la coexistence de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des Libertés Fondamentales et des deux Pactes.
4. Naar aanleiding van de goedkeuring op 16 december 1966 door de Verenigde Naties van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, vroeg het Comité van ministers van de Raad van Europa het Comité van deskundigen inzake rechten van de mens, in oktober 1967, om de problemen te bestuderen die kunnen voortvloeien uit de coëxistentie van het Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de Fundamentele Vrijheden en de twee Pacten.