55. A cet égard, il convient de rappeler que le renouvellement de contrats ou de relations de travail à durée déterminée pour couvrir des besoins qui ont, en fait, un caractère non pas provisoire mais, tout au contraire, permanent et durable n'est pas justifié, au sens de la clause 5, point 1, sous a), de l'accord-cadre (voir, notamment, arrêt Kücük, précité, point 36).
55. Dienaangaande zij in herinnering gebracht dat de vernieuwing van arbeidsovereenkomsten of arbeidsverhoudingen voor bepaalde tijd om te voorzien in behoeften die in feite niet tijdelijk, maar integendeel permanent en blijvend zijn, niet gerechtvaardigd is in de zin van clausule 5, punt 1, sub a, van de raamovereenkomst (zie met name arrest Kücük, reeds aangehaald, punt 36).