Pour les ministres des cultes, les dispositions légales réglant le droit à la pension de retraite et le calcul de celle-ci sont contenues dans les sections II (membres du clergé catholique romain) et III (membres des cultes reconnus autres que le culte catholique romain) du chapitre II du Titre Ier de la loi du 21 juillet 1844 sur les pensions civiles et ecclésiastiques.
Voor de bedienaars van de erediensten zijn de wettelijke bepalingen die het recht op rustpensioen en de berekening ervan regelen, opgenomen in afdeling II (leden van de rooms-katholieke geestelijkheid) en III (bedienaars van andere erediensten dan de rooms-katholieke) van hoofdstuk II van Titel I van de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen.