M. de Clippele indique ensuite qu'en vertu du dernier alinéa de cet article, une action d'une entreprise commerciale ou artisanale est irrecevable, si elle est basée sur une activité pour laquelle l'entreprise à la date de l'introduction de cette action, n'était pas inscrite ou qui ne tombe pas sous l'objet social pour lequel l'entreprise est inscrite à cette date.
De heer de Clippele wijst er vervolgens op dat ingevolge het laatste lid van dit artikel een vordering van een handels- of ambachtsonderneming onontvankelijk is, indien zij gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming op de datum van de inleiding van deze vordering niet is ingeschreven of die niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op deze datum is ingeschreven.