Les articles 21 et suivants originaires du titre préliminaire du Code de procédure pénale disposaient que l'action, tant publique que civile, résultant d'un crime, d'un délit ou d'une contravention était prescrite après dix années, trois années ou six mois révolus à compter, selon le cas, du jour où l'infraction a été commise ou du dernier acte d'instruction ou de poursuite.
Oorspronkelijk bepaalden de artikelen 21 en volgende van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering dat zowel de strafvordering als de burgerlijke vordering volgend uit een misdaad, wanbedrijf of overtreding verjaarden na tien jaar, drie jaar of zes maanden te rekenen, naar gelang van het geval, vanaf de dag dat het misdrijf werd gepleegd of vanaf de laatste daad van onderzoek of vervolging.