Considérant, en ce qui concerne les dépôts au champ des matières fertilisantes exploités par un agr
iculteur, qu'il est proposé de créer deux sous-rubriques afin de distinguer le stockage des matières fertilisantes (fumier, lisier et effluents de volaille) encadré par les articles R.197 à R
.202 du Livre II du Code de l'environnement, contenant le Code de
l'eau, relatifs aux techniques de stockage des effluents d'élevage, des dépôts
...[+++]d'autres catégories de matières fertilisantes, (à l'exception des engrais visés à la rubrique 63.12.20) et amendements exploitées par un exploitant agricole; qu'en effet, les dispositions des articles R.197 à R.202 du Livre II du Code de l'environnement, contenant le Code de l'eau, mises en place pour prévenir les risques de pollution des eaux de surface et souterraines liés aux dépôts d'effluents d'élevage, sont des prescriptions techniques visant uniquement les dépôts de fumier, lisier et effluents de volailles concernées; qu'il est opportun que le stockage d'autres matières fertilisantes et amendements utilisées en agriculture soit encadré sur le plan technique de façon similaire; Overwegende, wat de meststoffen betreft die een landbouwer op het veld opstapelt, dat er voorgesteld wordt om twee subrubrieken op te richten om een onderscheid te maken tussen de mestvoorraden (mest, aalt, zuivere pluimveemest), geregeld bij de artikelen R.197 à R.202 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inho
udt, betreffende de technieken voor het opslaan van dierlijke meststoffen, voorraden van andere categorieën meststoffen (met uitzondering van de meststoffen bedoeld in rubriek 63.12.20) die een landbouwer uitbaat; dat de bepalingen van de artikelen R.197 à R.202 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwet
...[+++]boek inhoudt, waarin is voorzien om de verontreinigingsrisico's voor het oppervlakte- en het grondwater in verband met dierlijke meststoffen te voorkomen, technische voorschriften zijn die enkel de betrokken mest-, aalt- en pluimveemestvoorraden beogen; dat het past, het opslaan van andere meststoffen die in de landbouw worden gebruikt op vergelijkbare wijze te regelen op technisch vlak; dat voor de voorraden van andere meststoffen die in de landbouw worden gebruikt, artikel R.195 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, waarbij de rechtstreekse lozing van meststoffen in een ondergrond, een riool of een oppervlaktewater verboden wordt, immers ontoereikend is; dat er, wat betreft het opslaan van dierlijke meststoffen die op de boerderij voortgebracht worden, evenwel een indeling gehandhaafd dient te worden voor de voorraden van dierlijke meststoffen aangezien het opslaan ervan in de onmiddellijke nabijheid van woningen hinder kan doen ontstaan voor de bewoners;