Dès lors, l’appréciation du juge de l’Union, en ce qui concerne la définition et le choix des données de base et des méthodes statistiques utilisées par Eurostat pour l’établissement des propositions de coefficients correcteurs, doit se limiter au contrôle du respect des principes énoncés par les dispositions du statut, de l’absence d’erreur manifeste dans l’appréciation des faits à la base de la fixation des coefficients correcteurs et de l’absence de détournement de pouvoir.
Bijgevolg moet de beoordeling van de Unierechter, wat de definitie en de keuze van de basisgegevens betreft en van de statistische methoden die Eurostat voor de opstelling van de voorstellen voor aanpassingscoëfficiënten gebruikt, worden beperkt tot de controle van de eerbiediging van de in de bepalingen van het Statuut genoemde beginselen alsmede het ontbreken van een kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten die aan de vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten ten grondslag liggen en van misbruik van bevoegdheid.