E. considérant que la politique de voisinage, en privilégiant l'approfondissement de relations bilatérales différenciées, ne permet pas à elle seule de contribuer à un processus commun d'intégration et de réformes significatives dans la région; considérant dans ce cadre l'opportunité, offerte par la mise en place de l'UpM, de renforcer la complémentarité entre les politiques bilatérales, d'une part, et régionales, d'autre part, afin de répondre plus efficacement aux objectifs de la coopération euro-méditerranéenne, fondés sur la reconnaissance mutuelle de valeurs communes telles que la démocratie, l'État de droit, la bonne gouvernance et le respect des droits de l'homme; considérant qu'il convient d'insister pour que les États membres s'
...[+++]engagent à mener la politique européenne de voisinage (PEV) de manière cohérente et crédible conformément à l'article 8 du traité UE,E. overwegende dat het nabuurschapsbeleid, door voorrang te geven aan het verdiepen van gedifferentieerde bilaterale betrekkin
gen, in zijn eentje niet kan bijdragen aan een gemeenschappelijk integratieproces en significante hervormingen in de regio, overwegende in dat opzicht dat de totstandkoming van de Unie voor het Middellandse-Zeegebied de kans biedt om de complementariteit tussen het bilaterale en het regionale beleid te verbeteren zodat doeltreffender kan worden ingespeeld op de doelstellingen van de Euromediterrane samenwerking, die gebaseerd zijn op de wederzijdse erkenning van gemeenschappelijke waarden, zoals de democratie, de
...[+++] rechtstaat, goed bestuur en eerbiediging van de mensenrechten; overwegende dat er bij de lidstaten op moet worden aangedrongen dat zij op een coherente en geloofwaardige manier het Europese nabuurschapsbeleid implementeren overeenkomstig artikel 8 van het EU-Verdrag,