Art. 5. Dans le cadre de l'élaboration d'une politique criminelle cohérente, qui tienne compte des compétences de l'Etat fédéral, d'une part, et de celles des Communautés et des Régions, d'autre part, le Collège des procureurs généraux fonctionne conformément aux articles 143bis et 143quater du Code judiciaire.
Art. 5. De werking van het College van procureurs-generaal verloopt, wat de opmaak betreft van een coherent strafrechtelijk beleid waarbij rekening gehouden wordt met de bevoegdheden van enerzijds de Federale Staat en anderzijds van de gemeenschappen en gewesten, overeenkomstig de artikelen 143bis en 143quater van het Gerechtelijk Wetboek.