34. invite la Commission à présenter une proposition couvrant toute la durée de la prochaine période de programmati
on et permettant de débloquer à titre transitoire une aide modulable, solide et proportionnée en faveur des régions qui ne relèvent plus de l'Objectif de Convergence, de façon à répondre à leur situation spécifique, ainsi que des régions dont le PIB par habitant est compris entre 75 % et
90 % de la moyenne communautaire, en qualité de catégorie intermédiaire, afin d'éviter une inégalité de traitement entre des régions pré
...[+++]sentant une situation comparable; estime qu'une telle approche doit remplacer les systèmes actuels de suppression et d'instauration progressives de l'aide par un système plus équitable permettant de mieux réagir à l'impact négatif, pour les régions, de la crise économique et financière tout en renforçant la justice et la solidarité, qui sont des valeurs fondamentales de la politique de cohésion; souligne que ces mesures transitoires pour la prochaine période de programmation ne doivent pas être prises au détriment des régions d'objectif 1 (convergence), d'objectif 2 (compétitivité) ou d'objectif 3 (objectif «coopération territoriale»); 34. verzoekt de Commissie te komen met een voorstel tot vaststelling van de duur van de volgende programmeringsperiode, dat voorziet in een aanpasbare, solide en evenredige overgangssteunregeling voor regio's die niet langer vallen onder de convergentiedoelstelling, zodat hun specifieke situatie kan worden aangepakt, alsook voor regio's met een bbp per hoofd van de bevolking tussen 75% en 90% van het EU-gemiddelde bij wijze van tussencategorie, teneinde ongelijke behandeling van regio's die in een vergelijkbare situatie verkeren te vermijden; is van mening dat deze specifieke regeling in de plaats moet komen van de bestaande systemen voor „in- en uitfasering”, zodat er een eerlijk systeem wordt gecreëerd dat beter is toegesneden op de nega
...[+++]tieve gevolgen van de economische en financiële crisis voor de regio's, en dat tegelijkertijd positief uitpakt in termen van rechtvaardigheid en solidariteit, de fundamentele waarden van het cohesiebeleid; benadrukt dat deze overgangsmaatregelen voor de komende programmeringsperiode niet ten koste mogen gaan van de huidige convergentie- en concurrentieregio's (respectievelijk de doelstellingen 1 en 2) of van de doelstelling 3-regio's (Europese territoriale samenwerking);