7. prend acte des premières indications présentant les objectifs nationaux des États membres en matière d'emploi; se déclare profondément préoccupé par le manque d'ambition en la matière, et en particulier par le fait que les résultats attendus collectivement seraient, dans le meilleur des cas, inférieurs d'au moins 2% par rapport à l'objectif global de l'Union européenne et insuffisants vis-à-vis de l'engagement de parvenir un taux d'emploi de 75% d'ici 2020;
7. neemt kennis van de voorlopige indicatie van de nationale werkgelegenheidsdoelstellingen van de lidstaten; is uitermate bezorgd over het gebrek aan ambitie in dit opzicht, en met name over het feit dat het geschatte collectieve resultaat volgens het meest gunstige scenario meer dan 2 procentpunten lager zou liggen dan de centrale doelstelling van de EU en de verbintenis om tegen 2020 een participatiegraad van 75% te bereiken;