Art. 16. En cas de chômage temporaire, la totalité des ouvriers/ouvrières a droit à une indemnité de sécurité d'existence pendant un nombre déterminé de jours par année civile, qui - par souci de solidarité - est collectivisé, mais moyennant la constitution d'un pool et tout en sauvegardant le droit pour chacun, et ce également en fin d'année si un ouvrier devenait à ce moment-là pour la première fois chômeur temporaire, comme suit jusqu'à épuisement au niveau de l'entreprise :
Art. 16. In geval van tijdelijke werkloosheid heeft de totaliteit van de arbeiders/arbeidsters recht op een bestaanszekerheidsvergoeding gedurende een aantal dagen per kalenderjaar dat - uit solidariteitsoverwegingen - wordt gecollectiviseerd, doch in poolvorming en met vrijwaring van het recht voor iedereen, ook op het einde van het jaar indien een werkman dan ook voor het eerst tijdelijk werkloos zou worden, tot uitputting als volgt op het vlak van de onderneming :