Vertaling van "combien étaient néerlandophones " (Frans → Nederlands) :

B) Parmi ces derniers, combien étaient titulaires d'un diplôme belge (en précisant si ce diplôme a été obtenu en Flandre ou en Wallonie) et combien étaient titulaires d'un diplôme étranger? a) Nombre de numéros INAMI pour le nombre de dentistes titulaires d'un diplôme belge: i. dans la partie francophone du pays; 1. avec un diplôme obtenu dans la partie francophone du pays; 2. avec un diplôme obtenu dans la partie néerlandophone du pays; ii. dans la partie néerlandophone du pays; 1. avec un diplôme obtenu dans la partie francophone du pays; 2. avec un diplôme obtenu dans la partie néerlandophone du pays; b) Nombre de numéros INAMI pour le nombre de dentistes titulaires d'un diplôme étranger.
B) Hoeveel daarvan hadden een Belgisch diploma (behaald in Vlaanderen versus Wallonië) en hoeveel een buitenlands diploma? a) Aantal RIZIV-nummers voor het aantal tandartsen met een Belgisch diploma: i. in het Franstalig landsgedeelte; 1. met hun diploma behaald in het Franstalig landsgedeelte; 2. met hun diploma behaald in het Vlaamse landsgedeelte; ii. in het Vlaamse landsgedeelte; 1. met hun diploma behaald in het Franstalig landsgedeelte; 2. met hun diploma behaald in het Vlaamse landsgedeelte; b) Aantal RIZIV-nummers voor het aantal tandartsen met een buitenlands diploma.

B) Parmi ces derniers, combien étaient titulaires d'un diplôme belge (en précisant si ce diplôme a été obtenu en Flandre ou en Wallonie) et combien étaient titulaires d'un diplôme étranger? a) Nombre de visas pour le nombre de dentistes titulaires d'un diplôme belge: i. dans la partie francophone du pays; 1. avec un diplôme obtenu dans la partie francophone du pays; 2. avec un diplôme obtenu dans la partie néerlandophone du pays; ii. dans la partie néerlandophone du pays; 1. avec un diplôme obtenu dans la partie francophone du pays; 2. avec un diplôme obtenu dans la partie néerlandophone du pays; b) Nombre de visas pour le nombre de dentistes titulaires d'un diplôme étranger.
B) Hoeveel daarvan hadden een Belgisch diploma (behaald in Vlaanderen versus Wallonië) en hoeveel een buitenlands diploma? a) Aantal visa voor het aantal tandartsen met een Belgisch diploma: i. in het Franstalig landsgedeelte; 1. met hun diploma behaald in het Franstalig landsgedeelte; 2. met hun diploma behaald in het Vlaamse landsgedeelte; ii. in het Vlaamse landsgedeelte; 1. met hun diploma behaald in het Franstalig landsgedeelte; 2. met hun diploma behaald in het Vlaamse landsgedeelte; b) Aantal visa voor het aantal tandartsen met een buitenlands diploma.

Combien d'initiatives/activités étaient-elles néerlandophones et combien étaient-elles francophones ?
Hoeveel initiatieven/activiteiten waren Nederlandstalig en hoeveel Franstalig?

1. Combien de stagiaires néerlandophones et francophones ayant terminé leur stage au 30 septembre 2003 n'étaient pas encore nommés le 1 mars 2004 en qualité de magistrat ?
1. Hoeveel Nederlandstalige en Franstalige stagiairs die hun stage op 30 september 2003 hebben beëindigd waren op 1 maart 2004 nog niet tot magistraat benoemd ?

5. Parmi ces dossiers, combien étaient néerlandophones et combien francophones ?
5. Hoeveel van deze dossiers waren Nederlandstalig, en hoeveel Franstalig?

2. a) Combien de places étaient vacantes à la date du 1er janvier 2009, respectivement dans les communes bruxelloises et dans les communes de Hal-Vilvorde? b) Combien de néerlandophones et de francophones se sont portés candidats? c) Quand espérez-vous que ces places soient conférées?
2. a) Hoeveel plaatsen waren er op 1 januari 2009 vacant in respectievelijk de Brusselse gemeenten en Halle-Vilvoorde? b) Hoeveel Nederlandstalige en hoeveel Franstalige kandidaten zich hebben aangemeld? c) Tegen wanneer verwacht u dat deze vacatures zijn ingevuld?

2. Pourriez-vous indiquer pour l'année 1998 et pour l'année 1999, et pour chaque département, combien de néerlandophones et combien de francophones y étaient ou y sont employés, par statut et par niveau (statutaire ou contractuel)?
2. Kan u zowel voor het jaar 1998 als voor het jaar 1999 per departement het aantal Nederlandstaligen en het aantal Franstaligen opgeven, ingedeeld per statuut (statutair of contractueel) en niveau?

1. Pouvez-vous communiquer combien de néerlandophones et combien de francophones étaient respectivement inscrits auprès de ces services consulaires à la date du 1er janvier de cette année (ou à une date plus récente)?
1. Kan u meedelen hoeveel mensen in deze consulaire diensten zijn opgeschreven bij de Nederlandstaligen en hoeveel bij de Franstaligen op 1 januari (of een recentere datum) van dit jaar?

2. a) Combien de places étaient vacantes à la date du 1er octobre 2004, respectivement dans les communes bruxelloises et dans les communes de Hal-Vilvorde? b) Combien de néerlandophones et de francophones se sont portés candidats? c) Quand espérez-vous que ces places soient conférées?
2. a) Hoeveel plaatsen waren er op 1 oktober 2004 vacant in respectievelijk de Brusselse gemeenten en Halle-Vilvoorde? b) Hoeveel Nederlandstalige en hoeveel Franstalige kandidaten zich hebben aangemeld? c) Tegen wanneer verwacht u dat deze vacatures zijn ingevuld?

Combien de stagiaires néerlandophones et francophones ayant terminé leur stage au 30 septembre 2003 n'étaient pas encore nommés le 1 mars 2004 - première prolongation de six mois - en qualité de magistrat ?
Hoeveel Nederlandstalige en Franstalige stagiairs van wie de stage op 30 september 2003 ten einde liep waren nog niet tot magistraat benoemd op 1 maart 2004, na de eerste verlenging met zes maanden?