Les deux comités de contrôle (le Comité permanent de contrôle des services de police et le Comité permanent de contrôle des services de renseignements, dénommés ci-après respectivement le Comité P et le Comité R), composés chacun de 5 membres permanents, ont été conçus en tant qu'organes attachés au Parlement et nommés par celui-ci.
De twee toezichtscomités (het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten en het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingendiensten, hierna respectievelijk Comité P en Comité I genoemd), elk samengesteld uit 5 vaste leden, werden opgevat als organen die verbonden zijn met en benoemd worden door het parlement.