Si la validation UE de sûreté aérienne d’un ACC3 a eu lieu avant le 1er juillet 2014 et n’a pas confirmé la mise en œuvre des exigences du point 6.8.3.2, deuxième phrase, l’ACC3 doit fournir, au plus tard le 1er juillet 2014, à l’autorité compétente la preuve que ces exigences ont été mises en œuvre.
Als de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering van een ACC3 plaatsvond vóór 1 juli 2014 en als in het kader van deze validering niet kon worden bevestigd dat de eisen van punt 6.8.3.2, tweede zin, worden nageleefd, verstrekt de ACC3 de bevoegde autoriteit uiterlijk op 1 juli 2014 bewijzen van de naleving van deze eisen.