5. L'institution concernée informe le Parlement européen et le Conseil, ci-après dénommés "autorité budgétaire", au plus tard le 15 mars, de la décision de report qu'elle a prise, en précisant, par ligne budgétaire, comment les critères prévus aux paragraphes 2 et 3 sont appliqués à chaque report.
5. De betrokken instelling stelt het Europees Parlement en de Raad, hierna "de begrotingsautoriteit" genoemd, uiterlijk op 15 maart in kennis van het overdrachtbesluit dat zij heeft genomen, en geeft per begrotingsonderdeel aan op welke wijze de in de leden 2 en 3 genoemde criteria voor elke overdracht zijn toegepast.