Art. 30. Pour détenir des volailles et les mettre dans le commerce national, les établissements détenteurs de volailles de rente doivent avoir une autorisation 10.2, octroyée conformément à l'arrêté royal du 16 janvier 2006, qu'ils reçoivent s'ils satisfont aux dispositions de l'annexe II, à l'exception des points 2 et 7 de la partie A et des points 7 et 8 de la partie B.
Art. 30. Om pluimvee te houden en in de nationale handel te brengen, dienen inrichtingen met gebruikspluimvee te beschikken over een toelating 10.2, toegekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 16 januari 2006, die zij bekomen wanneer zij voldoen aan de bepalingen van bijlage II met uitzondering van punten 2 en 7 onder deel A, en punten 7 en 8 onder deel B.