La Cour a, par exemple, jugé qu'une entité donnée pouvait exercer, d'une part, des activités administratives de nature non économique, telles que des missions de police, et, d'autre part, des activités purement commerciales[5].
Derhalve kunnen sommige onderdelen van de activiteiten van een entiteit onder de mededingingsregels vallen, maar kunnen deze laatste dan weer niet gelden voor andere onderdelen. Het Hof heeft bijvoorbeeld geoordeeld dat een bepaalde entiteit enerzijds belast kan zijn met bestuurlijke activiteiten van niet-economische aard, zoals politionele opdrachten en anderzijds zuiver commerciële activiteiten kan verrichten[5].