Elle expose que dans la mesure où la notification au contribuable concerné peut être postposée de 60 jours et où, en vertu de l'article 7 de la directive 2011/16/UE, l'administration belge dispose d'un délai de six mois à dater de la demande d'informations de l'Etat étranger, pour les lui communiquer, il pourrait s'écouler jusqu'à huit mois entre la demande de l'Etat étranger et la notification au contribuable.
Zij zet uiteen dat in zoverre de kennisgeving aan de betrokken belastingplichtige met 60 dagen kan worden uitgesteld en in zoverre, krachtens artikel 7 van de richtlijn 2011/16/EU, de Belgische administratie over een termijn van zes maanden beschikt, vanaf de vraag om inlichtingen vanwege de buitenlandse Staat, om ze aan die Staat te verstrekken, er tot acht maanden zou kunnen verlopen tussen de vraag van de buitenlandse Staat en de kennisgeving aan de belastingplichtige.