Avant d'entamer l'examen proprement dit, la commission a vérifié s'il n'y avait pas, parmi les candidats, des anciens ministres qui étaient tenus, en vertu d'une décision de la Commission de contrôle, d'un conseil de communauté ou de région, ou de l'organe désigné par celui-ci conformément à l'article 4bis de la loi du 4 juillet 1989, d'imputer sur leurs dépenses électorales le coût d'une campagne d'information qu'ils ont menée (cf. notamment l'article 31, § 5, alinéa 2, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles).
Als preliminaire stap in het onderzoek heeft de commissie eerst nagegaan of er bij de kandidaten geen gewezen ministers waren die er krachtens een beslissing van de Controlecommissie of een Gemeenschaps- of Gewestraad of het door hem aangewezen orgaan overeenkomstig artikel 4bis van de wet van 4 juli 1989 toe verplicht waren de kostprijs van een door hen gevoerde informatiecampagne op hun verkiezingsuitgaven aan te rekenen (cf. onder meer artikel 31, § 5, tweede lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen).