18. considère que les conventions tripartites, dans la mesure où elles ne découlent pas d'une norme communautaire à caractère contraignant et ne font donc pas l'objet d'une procédure législative à laquelle le Parlement et le Conseil prennent part, doivent être limitées aux questions concernant l'amélioration de la mise en œuvre de la législation communautaire; demande également à être informé, par le canal de ses commissions compétentes, de la signature de conventions de cette nature;
18. is van mening dat tripartiete overeenkomsten, aangezien deze niet zijn afgeleid van bindend Gemeenschapsrecht en bijgevolg niet zijn onderworpen aan een wetgevingsprocedure waarbij het Parlement en de Raad zijn betrokken, tot aangelegenheden inzake een verbeterde tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsrecht moeten worden beperkt; meent voorts dat het Europees Parlement via zijn bevoegde commissies op de hoogte moet worden gesteld van de ondertekening van deze overeenkomsten;