Art. 6. Ne peuvent prétendre à l'agrément, l'entreprise ou l'association agréée pour l'activité visée à l'article 2, points 7° et 8°, agréée en vertu d'un décret voté par le Conseil de la Communauté flamande, le Conseil de la Communauté française, l'Assemblée réunie de la Commission communautaire commune ou l'Assemblée de la Commission communautaire française.
Art. 6. Kunnen geen aanspraak maken op de erkenning, de onderneming of vereniging die erkend is voor de activiteit bedoeld in artikel 2, 7° en 8°, krachtens een decreet goedgekeurd door door de Raad van de Vlaamse Gemeenschap, de Raad van de Franse Gemeenschap, de Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie.