Dans son arrêt Larsy/Inasti du 28 juin 2001 (Aff. C-118/00), la Cour de justice a dit pour droit que l'INASTI avait commis une violation suffisamment caractérisée du droit communautaire, engageant sa responsabilité en dommages et intérêts, en s'abstenant de revoir, à la lumière de la jurisprudence de la Cour de justice, une décision définitive fondée sur une interprétation du droit communautaire condamnée ultérieurement par cette jurisprudence.
In zijn arrest Larsy/RSVS van 28 juni 2001 (Zaak C-118/00), heeft het Hof voor recht verklaard dat de schending van het gemeenschapsrecht door het RSVZ voldoende gekwalificeerd is om tot het betalen van schadevergoeding te worden veroordeeld omdat het, in het licht van de rechtspraak van het Hof van Justitie, een definitief geworden besluit gebaseerd op een onjuiste uitlegging van het gemeenschapsrecht, niet had herzien.