Dans les limites des crédits disponibles à ces fins, la participation financière de la Communauté couvre jusqu'à 50 % et, en cas de compensation pour le manque à gagner visée au paragraphe 3, deuxième alinéa, jusqu'à 25 % des dépenses directement afférentes aux mesures nécessaires visées au paragraphe 2, à condition que celles-ci aient été prises au cours d'une période ne dépassant pas deux ans à compter de la date de la détection de l'apparition d'un organisme nuisible visée à l'article 22, ou soient prévues pour cette période.
Binnen de grenzen van de voor deze doeleinden beschikbare kredieten, dekt de financiële bijdrage van de Gemeenschap tot 50 %, en in geval van compensatie voor winstderving als bedoeld in lid 3, tweede alinea, tot 25 %, van de uitgaven die rechtstreeks met de in lid 2 bedoelde noodzakelijke maatregelen verband houden, voor zover deze binnen twee jaar na de datum van ontdekking van het schadelijke organisme bedoeld in artikel 22 zijn genomen of voor die periode worden overwogen.