CHAPITRE 5. - Modification de l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres de religion, des professeurs de religion et des inspecteurs des religions catholique, protestante, israélite, orthodoxe, islamique et anglicane dans les établissements d
'enseignement de la Communauté germanophone Art. 20. Dans l'annexe de l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres de religion, des professeurs de religion et des inspecteurs des religions catholique, protestante, israélite, orthodoxe, islamique et anglicane dans les établissements d'enseignement de la Communauté germanophone, les modifications suivantes sont a
...[+++]pportées : 1° le A), § 3, modifié par le décret du 24 juin 2013, est complété par un alinéa 2 rédigé comme suit : « La formation complémentaire mentionnée à l'alinéa 1 , d) et h), doit être prouvée par un titre sanctionnant une formation d'au moins 15 points ECTS en religion catholique délivré par un établissement d'enseignement supérieur de la Communauté germanophone ou par un titre reconnu équivalent par l'autorité compétente pour le culte concerné».HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtinge
n van de Duitstalige Gemeenschap Art. 20. In de bijlage van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1°
...[+++] in de bepaling onder A), § 3, gewijzigd bij het decreet van 24 juni 2013, wordt een tweede lid ingevoegd, luidende : « De aanvullende opleiding vermeld in het eerste lid, d) en h), wordt gestaafd met een door een hogeschool in de Duitstalige Gemeenschap uitgereikt bewijs over het bestaan van een opleiding " katholieke godsdienst" van ten minste 15 ECTS-punten of met een bewijs dat door de bevoegde instantie van de betrokken eredienst als gelijkwaardig wordt beschouwd».