2. réaffirme sa position selon laquelle, pour l'heure, le partenariat avec la fédération de Russie ne peut avoir qu'un caractère pragmatique; estime néanmoins qu'après l'accord dégagé entre les États membres, tout doit être mis en œuvre pour engager la Russie et l'inciter, de manière constructive et franche, à entamer des négociations sur un nouvel accord ambitieux fondé sur les valeurs et les intérêts communs;
2. herhaalt zijn standpunt dat het partnerschap met de Russische Federatie momenteel slechts pragmatisch van aard kan zijn; is niettemin van mening dat, na het bereiken van overeenstemming door de lidstaten, alles in het werk moet worden gesteld om Rusland op een constructieve en open wijze tegemoet te treden, teneinde een begin te kunnen maken met onderhandelingen over een nieuwe, vérgaande overeenkomst die berust op werkelijk gedeelde gemeenschappelijke waarden en belangen;