Enfin, la Cour précise qu’il appartient à la juridiction du Royaume-Uni, d’une part, de veiller à ce que la substance des motifs qui constituent le fondement de la décision en cause soit communiquée à l’intéressé d’une manière qui tienne dûment compte de la confidentialité nécessaire des éléments de preuve et, d’autre part, de tirer les conséquences d’une éventuelle méconnaissance de cette obligation de communication.
Ten slotte preciseert het Hof dat het aan de rechter van het Verenigd Koninkrijk staat om, enerzijds, erop toe te zien dat de essentie van de redenen die ten grondslag liggen aan het betrokken besluit, aan de belanghebbende op zodanige wijze wordt meegedeeld dat naar behoren rekening wordt gehouden met de noodzakelijke vertrouwelijkheid van het bewijsmateriaal, en om, anderzijds, krachtens het nationale recht de consequenties te trekken uit een eventuele schending van die mededelingsplicht.