Il ressort de la décision de renvoi que la
Cour est invitée à comparer le traitement d'un menuisier qui travaille douze mois pendant la période d'imposition en cause à celui d'un menuisier qui travaille trois mois au cours de la même période, ces deux catégories faisant l'objet d'un traitement
identique alors qu'elles seraient dans une situation différente, étant donné que les minima imposables qui leur sont applicables en vertu de l'article 342, § 3, du CIR 1992
seraient les mêmes indépendamm
...[+++]ent de la durée effective de leur temps de travail (première question préjudicielle).
Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt verzocht de behandeling van een schrijnwerker die tijdens het desbetreffende aanslagtijdvak twaalf maanden werkt te vergelijken met de behandeling van een schrijnwerker die in de loop van dezelfde periode drie maanden werkt, waarbij die beide categorieën het voorwerp uitmaken van een identieke behandeling terwijl zij zich in een verschillende situatie zouden bevinden, gelet op het feit dat de belastbare minima die op hen van toepassing zijn krachtens artikel 342, § 3, van het WIB 1992, dezelfde zijn, los van de daadwerkelijke duur van hun arbeidstijd (eerste prejudiciële vraag).