En cas de décision relative à une créance qui est incontestée, au sens de l'article 3, point 4), b) ou c), parce que le débiteur n'a pas comparu ou ne s'est pas fait représenter à une audience, si la citation à comparaître à cette audience n'a pas été signifiée ou notifiée en même temps que l'acte introductif d'instance ou l'acte équivalent, elle doit avoir été signifiée ou notifiée au débiteur:
In het geval van een beslissing inzake een schuldvordering die niet betwist is in de zin van artikel 3, punt 4, onder b) of c), omdat de schuldenaar niet ter terechtzitting is verschenen of was vertegenwoordigd, moet wanneer de betekening of de kennisgeving van de dagvaarding voor die terechtzitting niet tegelijk met de betekening of kennisgeving van het stuk dat het geding inleidt of van een gelijkwaardig stuk is geschied , de betekening of kennisgeving van de dagvaarding zijn verricht :