Il appert qu'en 1995, le complément ménage représentait 5,26 % de l'ensemble des dépenses, et la pension de survie un peu moins de 30 %, soit au total une part de plus de 35 %.
Hieruit blijkt dat in 1995 het gezinssupplement 5,26 % van de totale uitgaven vertegenwoordigde en de overlevingspensioenen net geen 30 %, wat in totaal een aandeel van meer dan 35 % betekent.