Art. 29. L'article 91 du même Code, remplacé par la loi du 3 août 1992 et modifié en dernier lieu par la loi du 19 octobre 2015, est complété par un alinéa rédigé comme suit : "En matière d'internement, les affaires visées aux articles 4 et 53 de la loi du 5 mai 2014 relative à l'internement sont attribuées au président de la chambre de protection sociale, statuant comme juge unique".
Art. 29. Artikel 91 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 3 augustus 1992 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 oktober 2015, wordt aangevuld met een lid, luidende : "In interneringszaken worden de zaken bedoeld in de artikelen 4 en 53 van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering toegewezen aan de voorzitter van de kamer voor de bescherming van de maatschappij, die zitting houdt als alleenrechtsprekend rechter".