La Cour confirme qu'elle peut vérifier si une ingérence importante dans les droits fondamentaux comporte des garanties suffisantes d'une mise en balance des intérêts, laquelle doit être opérée en premier lieu dans le cadre d'un débat législatif (Popelier, P., « Behoorlijke wetgeving in de rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de Mens », T.V. W., 2004, 144).
Het Hof bevestigt dat het vermag na te gaan of een ingrijpende maatregel in de grondrechten wel voldoende waarborgen inhoudt voor een afweging van belangen, die in de eerste plaats moet gebeuren in het kader van een wetgevend debat (POPELIER, P., « Behoorlijke wetgeving in de rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de Mens », T. V. W., 2004, 144).