2. a) Dans l'a
ffirmative, doit-on comprendre du contenu de cet article ancien que,
dès l'instant où un montant égal au prix de vente des éléments
auxquels les plus-values se rapportent est remployé: a) en Belgique, dans l'exploitation du contribuable; b) en actions nouvelles; c) dans un délai de 3 ans ayant pris cours le 1er jour de l'exercice comptable (ici le 1er janvier) au cours duquel la plus-value est réalisée? b) Que les actions souscrites en 1989 auraient pu, d'u
...[+++]n point de vue fiscal, être librement cédées à dater du 1er janvier 1992 sans remettre en cause l'immunité prévue par l'article 36 ancien du CIR?2. a) Zo ja, moet uit de teneur van dat vroegere artikel worden afgeleid dat, vanaf het ogenblik dat een zelfde bedrag als de verkoopprijs van de elementen waarop de meerwaarden betrekking hebben, wordt wederbelegd: a) in België, in het bedrijf van de belastingplichtige; b) in n
ieuwe aandelen; c) binnen een termijn van drie jaar vanaf de eerste dag van het boekjaar (in casu 1 januari) waarin de meerwaarde werd verwezenlijkt; b) het zo is dat, vanuit fiscaal oogpunt, de aandelen waarop in 1989 werd ingetekend, vanaf 1 januari 1992 vrij hadden kunnen worden verkocht zonder de door het vroegere artikel 36 van het WIB toegekende vrijstell
...[+++]ing in het gedrang te brengen?