Cette cour a jugé que des emplois qui impliquent la participation, directe ou non, à l'exercice du pouvoir public, et qui comprennent des activités visant à la protection des intérêts généraux de l'État ou d'autres organismes publics, peuvent constituer une exception dans le sens de l'article 48, § 4, de la convention de la Communauté européenne.
Dit hof oordeelde dat betrekkingen die, al dan niet rechtstreeks, deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden en die werkzaamheden omvatten strekkende tot bescherming van de algemene belangen van de Staat of van andere openbare lichamen, een uitzondering kunnen vormen, in de zin van artikel 48, § 4, van het verdrag van de Europese Gemeenschap.