Si dans une affaire déterminée, la mise en oeuvre cohérente ou la coordination de la politique criminelle est compromise par un acte ou une omission du procureur du Roi ou de l'auditeur du travail, le procureur général peut, après concertation, donner des instructions contraignantes à ceux-ci pour remédier à la situation ainsi créée.
Indien voor een bepaalde zaak de coherente uitwerking of de coördinatie van het strafrechtelijk beleid in het gedrang komt door een daad of verzuim van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur, kan de procureur-generaal, na overleg, aan deze bindende onderrichtingen geven om de aldus ontstane toestand te verhelpen.