Une telle diminution du délai de conservation permettrait aux entreprises de ne plus devoir conserver, d'un point de vue comptable, toute une série de documents de faible importance (tickets de caisse, factures, contrats de faible valeur, bons de livraison, ..) au-delà de la septième année qui suit l'exercice comptable en cours.
Met een dergelijke inkorting van de bewaringstermijn hoeven de ondernemingen boekhoudkundig een hele reeks van weinig belangrijke documenten niet langer te bewaren dan zeven jaar na het jaar volgend op het lopende boekjaar. Bij die documenten denken we aan kastickets, facturen, contracten van geringe waarde, leveringsbonnen, enz.