Art. 3. Pour les entreprises où la durée moyenne du travail s'élève à 38 heures sur base annuelle, et pour autant qu'il n'existe pas dans l'entreprise de régime plus favorable, un jour de congé d'ancienneté supplémentaire est accordé, à partir du 1 janvier 2008, aux employés comptant au moins 25 ans d'ancienneté dans l'entreprise.
Art. 3. Voor de ondernemingen waarbij de gemiddelde arbeidsduur op jaarbasis 38 uur bedraagt, en voor zover deze ondernemingen geen gunstigere regelingen terzake toepassen, wordt, vanaf 1 januari 2008, één bijkomende dag anciënniteitsverlof toegekend voor de bedienden met minstens 25 jaar anciënniteit in de onderneming.